Archeologie

Archeologie in de gemeente Ede

In de bodem vinden we soms resten uit het verleden: sporen van oude boerderijen, kuilen met afval, waterputten en spullen van aardewerk, steen of metaal. Dit zijn archeologische vondsten. Archeologen gebruiken deze sporen en vondsten om te onderzoeken hoe mensen in het verleden hebben geleefd.

De gemeente Ede heeft een groot oppervlak aan grond. De meeste grond in de gemeente Ede is niet bebouwd. Veel archeologische resten liggen nog veilig in de bodem. Pas als er in de grond gegraven gaat worden, bijvoorbeeld om een nieuw huis te bouwen, komen de archeologische resten in gevaar. De archeologische resten komen uit de steentijd, Romeinse tijd, middeleeuwen of de moderne tijd.

In grote delen van Ede verwachten we nog dat er archeologische resten in de grond zitten. Om duidelijk te maken waar nog de meeste kans is dat er archeologie in de grond ligt, heeft de gemeente Ede een archeologische verwachtingskaart op laten stellen. 

Met verschillende kleuren op de kaart is aangegeven hoe groot de kans is, dat er nog archeologie ligt. Daarnaast is ook te zien waar archeologische onderzoeken zijn gedaan. En ook waar archeologische vindplaatsen liggen. U kunt ook de uitgebreide informatie die bij de kaart hoort lezen. 

Archeologen bij de gemeente

Tussen 1900 en 1992 zijn er veel nieuwe huizen gebouwd, zonder dat er naar de sporen van vroeger werd gekeken. Daardoor is al veel informatie verloren gegaan. Al in 1992 zijn er in Europa afspraken gemaakt, om de informatie over vroeger zo goed mogelijk te bewaren. Soms kan dat door een vindplaats veilig in de grond te laten liggen. Maar als er gebouwd wordt, en er diep in de grond wordt gegraven, kan de informatie over vroeger verloren gaan. Dan zorgen archeologen dat deze informatie veilig boven de grond bewaard kan blijven.

De gemeente is verantwoordelijk voor wat er met de archeologie binnen de gemeente gebeurt. Daarom heeft de gemeente Ede archeologen in dienst. Deze archeologen kijken bij elk nieuw plan waar gebouwd gaat worden, of dat de archeologie verstoord gaat worden. Als dit zo is, moet er eerst archeologisch onderzoek gedaan worden, voordat er verder gebouwd mag worden.

Wilt u weten of u voor uw bouwplan archeologisch onderzoek moet laten doen? Kijk dan onder het kopje "archeologisch onderzoek" op de pagina over het aanvragen van een vergunning.

Archeologische berichten

Archeologisch onderzoek

Er zijn verschillende soorten van archeologisch onderzoek. Een archeologisch onderzoek begint op papier. In Ede hebben we een archeologische verwachtingskaart, waardoor we heel snel kunnen zien of er ergens nog archeologische resten worden verwacht.

Als er een hoge archeologische verwachting is, wordt er vervolgens vaak eerst gekeken of de bodem nog niet verstoord (kapot) is. Dat kan met wat archeologen een booronderzoek noemen. Dan wordt er door archeologen met een speciale grondboor in de grond geboord. De archeoloog kan dan zien of dat de bodem nog heel is, of dat deze al kapot is. Als de bodem al verstoord is, is meestal ook de archeologie al weg.

Wanneer de bodem nog heel is, kan de archeologie ook nog heel zijn. Dan worden er kleine stukjes van het terrein waar gebouwen komen, al opgegraven. Proefsleuven noemen archeologen deze. Eigenlijk zijn dat kijkgaten in de grond, waarbij de archeoloog op twee dingen let. 1: klopt het inderdaad dat de bodem nog heel is? En 2: zit er archeologie in de grond?

Als de archeoloog bij de proefsleuven heeft gezien dat er inderdaad archeologie zit, kan deze informatie op twee manieren bewaard worden. Soms kan het zijn dat er een plan aangepast kan worden, zodat de archeologie alsnog veilig in de grond kan blijven liggen. Als dat niet kan, moet de archeologische informatie boven de grond bewaard blijven door middel van een opgraving. Spullen van aardewerk en metaal kunnen ze dan natuurlijk meenemen. Die komen dan in een museum of depot, nadat de archeoloog ze onderzocht heeft. Sporen, of verkleuringen in de grond, die kun je natuurlijk niet meenemen. Daarom worden daar veel tekeningen en foto’s van gemaakt. Zo kunnen de archeologen later nog precies zien, welk spoor waar lag. Op deze manier blijft de informatie toch bewaard.

Een voorbeeld van archeologische resten die op deze manier zijn onderzocht, is park Reehorst in Ede. Daar bleek na vooronderzoek dat er inderdaad archeologie in de grond zat. Deze resten zijn toen uitvoerig onderzocht met een opgraving. Van een opgraving wordt ook altijd een rapport gemaakt. Lees hier het archeologische onderzoeksrapport van park Reehorst.

Vondsten in het depot

Als een archeologische vindplaats wordt opgegraven, komen er allerlei vondsten tevoorschijn. Elke vondst krijgt een eigen nummer. Archeologen leggen precies vast waar welk vondstnummer uit de grond kwam. Door vondsten te nummeren en de vindplaats goed te omschrijven, kun je - vele jaren later nog - terugvinden waar een voorwerp precies gevonden is. Bijvoorbeeld onderin een waterput of vlakbij een grafheuvel.

Genummerde vondsten worden vervolgens netjes bewaard in een depot (opslagruimte). Bijzondere vondsten worden in musea tentoongesteld. Een deel van de vondsten, die vroeger in Ede zijn opgegraven, is te vinden in het digitale systeem van het archief, Archieval onder ‘varia’).

De vondsten die tegenwoordig in de gemeente Ede worden opgegraven, zijn eigendom van de provincie Gelderland. Alle vondsten worden opgeslagen in het provinciale depot in Nijmegen. Aan dit depot is Museum Het Valkhof verbonden.

Vondsten die per toeval worden ontdekt en waarvan de eigenaar niet meer kan worden opgespoord, zijn voor de helft eigendom van de vinder en voor de helft eigendom van de eigenaar van de grond waarin de vondst werd aangetroffen.

Zelf iets gevonden?

Als je iets gevonden hebt waarvan je denkt dat het wel eens een archeologische vondst kan zijn, moet je dit melden bij de overheid. Bij de gemeente Ede kan dat heel eenvoudig via dit meldingsformulier.

Lukt het niet om het formulier zelf in te vullen? Kom dan langs bij Cultura Erfgoed (op de tweede verdieping van Cultura, boven de bibliotheek). Daar is vanaf september op de donderdagavond in de even weken, van 19:30 tot 21:30 een archeohotspot. Natuurlijk kunt u daar ook langs komen als u twijfelt of uw vondst wel archeologisch is.

Er zijn ook mensen die met een metaaldetector actief zoeken naar metalen voorwerpen. Ook hier kunnen archeologische vondsten tussen zitten. Dit is echter niet zonder gevaar. In Ede is in de tweede wereldoorlog veel gevochten. Er liggen dan ook nog veel resten van deze gevechten in de bodem, die in gevaarlijk kunnen zijn. Daarom zijn er aan het zoeken met een metaaldetector in Ede regels verbonden. Zie daarvoor de link hieronder naar de Algemene Plaatselijke Verordening (ad. 2.47b) en het Aanwijzingsbesluit detectieverbod.

Voor het zoeken naar archeologische vondsten op particulier terrein, al dan niet met een metaaldetector, is toestemming van de landeigenaar verplicht. Hierop kan gecontroleerd worden, dus het is handig om de toestemming aantoonbaar te hebben, bijvoorbeeld op papier.

Meer weten?

Auteur Mary Romein schreef het boek'Opgedolven Ede : door archeologen in de bodem ontdekt.'

Het is een gedegen naslagwerk over archeologie in de gemeente Ede. Door haar verhalende stijl neemt de schrijfster de lezer mee naar belangrijke archeologische perioden en is het tevens een prachtig publieksboek.

Wilt u het boek bestellen? Op deze pagina vindt u de bestelinformatie.